
Een mens
van zijn tijd
Drukker en kunstenaar Hendrik Nicolaas Werkman (1882-1945) was vooruitstrevend in zijn ideeën en werk, maar had als mens van zijn tijd bepaalde stereotype denkbeelden. In zijn werk en overgeleverde brieven zijn daarvan voorbeelden te vinden, waarvan een aantal zijn opgenomen in Werkmans Bovenkamer.

Jazz
Werkman maakte een aantal druksels met een portret van een zwart persoon, zoals hier afgebeeld. Het is niet bekend wie de afgebeelde persoon is. Wel weten we dat Werkman de omschrijving ‘negerkop’ heeft gebruikt om een reeks van dergelijke portretten aan te duiden. Zo’n bewoording was in die tijd gangbaar, maar tegenwoordig is dat een racistische term. Er is daarom voor gekozen de titel te wijzigen in Portret van een man 2.
Werkman hield enorm van jazzmuziek. Zou de afgebeelde persoon een jazzmuzikant zijn geweest? Werkman beschrijft zijn liefde voor jazz hartstochtelijk in een brief uit 1941 aan een van de oprichters van De Blauwe Schuit, August Henkels: ‘(…) de oorspronkelijke echte Jazz van de negers, voortgebracht door een piano, een trompet en een basviool, fenomenaal. Het is zelfs voor mij moeilijk om daarbij stil te zitten. Zoo rhythmisch en geestig en vol eenvoudige humor kan alleen de neger spelen. Later is dat natuurlijk allemaal gevulgariseerd en bedorven door bijvoeging van allerlei instrumenten door niet-negers.’*
Niet iedereen was enthousiast over jazzmuziek, om verschillende redenen. Sommige mensen veroordeelden jazz en moderne dansen als ‘barbarij’ die ‘primitieve oerinstincten’ en erotische gevoelens zou opwekken. De jazzmuziek kwam overgewaaid uit de Verenigde Staten en vond zijn oorsprong in de Afro-Amerikaanse gemeenschap – de nazaten van slaafgemaakten. Het framen van jazzmuziek als wild en ongetemd heeft alles te maken met de koloniale blik waarmee veel Europeanen keken naar zwarte cultuur.
Hoewel Werkman vol waardering schrijft over jazz, schetst hij toch een stereotype beeld als hij schrijft dat alleen een zwart persoon ‘zoo rhythmisch en geestig en vol eenvoudige humor’ kan spelen. En zo ontkwam ook Werkman niet aan de stereotype benadering van zijn tijd.
Paul Robeson
Dit portret van de Amerikaanse zanger Paul Robeson (1898-1976) staat afgedrukt op de omslag van een uitgave van De Blauwe Schuit uit 1942. Het is gedrukt door Hendrik Werkman. In de uitgave is het gedicht Paul Robeson zingt van de Nederlandse dichter Hendrik Marsman opgenomen met als ondertitel ‘vier stemmen en de stem van Christus’.
Robeson was een voorvechter van burgerrechten voor de Afro-Amerikaanse gemeenschap en bracht met zijn warme bas-baritonstem de Amerikaanse zwarte volksmuziek, waaronder spirituals, bij een breder publiek. Spirituals zijn liederen oorspronkelijk afkomstig van slaafgemaakten uit Noord-Amerika met teksten geïnspireerd op Bijbelse verhalen. Werkman was een liefhebber van deze muziek.
Deze Blauwe Schuit-uitgave, geïnitieerd door een van de oprichters van De Blauwe Schuit, Ate Zuithoff, was bestemd voor de predikant August Henkels. Hij werd op dat moment vastgehouden in gijzelaarskamp Beekvliet in Sint-Michielsgestel. De keuze voor het gedicht en de omslag is opvallend. Voelden Werkman en de andere betrokkenen rond de uitgave zich in de oorlogsjaren verwant aan de vrijheidsstrijd van de onderdrukte zwarte Amerikanen? De uitgave was vermoedelijk een stille daad van verzet tegen de Duitse bezetter. Ze hebben Henkels er ongetwijfeld een hart mee onder de riem willen steken.

Sinterklaassurprise
Henkels zat zelf ook niet stil in het gijzelaarskamp in Sint-Michielsgestel. Het werk voor De Blauwe Schuit ging door. Op 18 november 1942 stuurde hij aan Werkman de kopij en het drukplan voor een andere Blauwe Schuit-uitgave: het Gedichtje van Sint Niklaas uit de Nagelaten gedichten (1928) van Paul van Ostaijen. Deze uitgave was bedoeld als Sinterklaassurprise voor zijn kinderen.
In het gedicht van Paul van Ostaijen, dat door Werkman in dit druksel is omgezet, draait het om Sinterklaas. Dit blijkt alleen al uit de titel: Gedichtje van Sint Niklaas. Sinterklaas wordt omschreven als ‘heilige Paus’ en ‘heilige Klaas’, terwijl Zwarte Piet een racistische knechtenrol wordt toebedeeld: ‘Laad uw ezel laad uw neger laad uw knecht’.*
Het hier afgebeelde druksel is een van de twee druksels uit de uitgave en toont Sinterklaas en Zwarte Piet die lekkernijen uitdelen aan drie kinderen. Zwarte Piet is nauwelijks groter afgebeeld dan de kinderen, terwijl Sinterklaas hoog boven iedereen uittorent. Opvallend is ook dat in het gezicht van Sinterklaas detaillering is te zien in de vorm van ogen, neus en mond, terwijl dit bij Zwarte Piet in dit druksel lijkt te ontbreken. Hoewel Werkman Zwarte Piet niet de kenmerkende stereotyperingen als gouden oorringen en dikke lippen meegeeft, benadrukken Piets kleine gestalte en gebrek aan detaillering wel zijn bescheiden rol in de schaduw van de goedheiligman.
* Er zijn geen aanpassingen gedaan in de citaten en versregels om de bewustwording over woordgebruik in die periode te vergroten.